Nog beschikbare plaatsen: 0
VO-ING Digitaal: Cursus kunstgeschiedenis – Tegenbeeld. Vijf eeuwen vrouw en kunst, november/december 2023.
Het evenement is vol
Let op: Heeft u de link in de nieuwsbrief gebruikt, dan hoeft u waarschijnlijk niet in te loggen.
VO-ING Digitaal: Cursus kunstgeschiedenis – Tegenbeeld. Vijf eeuwen vrouw en kunst, november/december 2023.
|
In deze nieuwe kunstreeks van VO-ING Digitaal besteden wij in samenwerking met Artetcetera aandacht aan vrouwen in de kunst.
Introductie
In deze cursus kunstgeschiedenis bestaande uit vier lezingen kijken wij naar rol en positie van vrouwen als kunstenaar, als muze, als onderwerp, als verzamelaar, als mecenas en nog veel meer. Tot iets meer dan halve eeuw geleden moest een vrouw die de keuze maakte om kunstenaar te worden stevig in haar schoenen staan en de strijd aanbinden met vele vooroordelen en maatschappelijke conventies. De weg naar de kunst was allerminst eenvoudig. Sommige academische opleidingen in Europa waren niet toegankelijk voor vrouwen. Hoe kon een vrouw haar werk aan de man brengen, welke mogelijkheden tot tentoonstellingen waren er? Zorgde de eerste emancipatiegolf rond 1900, met name in Verenigde Staten, voor meer acceptatie van de vrouw als kunstenaar? Eerst de feministische beweging in de jaren ’60 zorgde voor echte ruimte en vrijheid, ten minste waar het Europese en Amerikaanse kunstenaars betrof. Aandacht voor de vrouw-kunstenaar met een andere culturele achtergrond en huidskleur volgde pas twee decennia later. En nog steeds is er een wereld te winnen…
Data/Tijden:
16 november – 1. De Pioniers | door Thera Folmer-von Oven
23 november – 2. Aanzien door kunst – vorstelijke vrouwen als mecenas en opdrachtgever in 16de en 17de eeuw | Door Emmelie de Mol van Otterloo
07 december – 3. Vrouwen worden kunstenaar. Kunstopleidingen in Frankrijk, Duitsland, Amerika en Nederland in de late 19de en vroege 20ste eeuw | Door Michiel Kersten
21 december – 4. Worstelen met het verleden, reflecteren op het heden – kunstenaars van kleur | Door Maya Mutlu
Altijd in de avond van 20.00 tot uiterlijk 21.30 uur, met halverwege een korte pauze.
Kosten:
Voor deze cursus rekenen wij een eigen bijdrage van € 40,- per deelnemer (inclusief BTW).
Er is plaats voor maximaal 30 deelnemers en de cursus vindt daadwerkelijk doorgang bij minimaal 15 deelnemers.
Nadat u zich heeft ingeschreven ontvangt u circa 1 week voorafgaand aan de sessie een e-mailbericht met de link en nadere instructies.
Meer over de inhoud van de cursus
1. De Pioniers | door Thera Folmer-von Oven
Eeuwen lang waren vrouwen in de kunst alleen zichtbaar als onderwerp in schilderijen die door mannen waren gemaakt: zij fungeerden als muze, engel, heilige of verleidster en waren bij voorkeur jong, mooi en als het even kon naakt. Een eigen inbreng in de kunst leken zij niet te hebben, tenminste als wij de oudere overzichtswerken van de kunstgeschiedenis moeten geloven. Daarin zijn vrouwelijke kunstenaars op één hand te tellen. Maar zij bestonden wel degelijk, ook al traden zij niet in de openbaarheid. Aangezien het voor vrouwen officieel niet was toegestaan om een professionele schildersopleiding te volgen waren hun mogelijkheden beperkt. Zij die wisten door te dringen als kunstenares kwamen vrijwel altijd uit een artistieke familie en hadden het vak geleerd van hun vader of broer. Sommige kunstenaressen slaagden erin een succesvolle carrière op te bouwen: zij kregen opdrachten en hun werk werd goed verkocht.
Zo iemand was bijvoorbeeld de Italiaanse Sofonisba Anguissola, die tot op hoge leeftijd portretten van de elite schilderde. Haar roem was zo groot, dat de Vlaamse meester Anthony van Dyck haar kwam opzoeken en vol lof over haar schreef. Voor de meeste schilderessen was hun productieve tijd echter korter en eindigde als zij trouwden. Misschien bleven zij achter de schermen wel actief. Een goed voorbeeld is de Haarlemse Judith Leyster, die zeer succesvol was. Na haar huwelijk met Jan Miense Molenaer is er geen gesigneerd werk meer van haar bekend. Zij was actief betrokken bij de kunsthandel van haar echtgenoot, maar of zij een aandeel heeft gehad als schilderes weten wij niet. In deze les besteden wij aandacht aan de pioniers: kunstenaressen uit de zestiende en zeventiende eeuw, die een eigen stijl ontwikkelden en een plaats in de kunstgeschiedenis verdienen.
2. Aanzien door kunst – vorstelijke vrouwen als mecenas en opdrachtgever in 16de en 17de eeuw | Door Emmelie de Mol van Otterloo
Veel machthebbers, mannen en vrouwen, probeerden hun macht of de macht van hun vorstenhuis tot uitdrukking te brengen of hun aanzien te versterken door middel van kunst in de 16de en de 17de eeuw. Aansprekende voorbeeldis de Franse koningin Catharina de Medici.
Catharina de Medici (Florence 1519 – Blois 1589) was door haar huwelijk met koning Hendrik II (1519 – 1559) koningin van Frankrijk van 1547 tot 1559. Na zijn overlijden kreeg ze steeds meer macht als regent voor haar zoons. Ze stelde alles in het werk om de troon te behouden voor het huis van Valois, waartoe zij door haar huwelijk behoorde. Om dat vorstenhuis te verheerlijken en het aanzien ervan te verankeren maakte ze op overdadige manier gebruik van kunst en architectuur, wat haar maakte tot een grote opdrachtgever en patroon van kunstenaars en architecten. Ze liet ook veel portretten van haar hele familie en leden van de hofhouding maken door Jean Clouet (1480-1541) en zijn zoon Francois Clouet (ca 1510-1572). Haar hof was beroemd om de fantastische feestelijkheden die ze organiseerde. Hiervan wordt een beeld gegeven in de beroemde tapijtenserie, de ‘Valois tapijten’, ontworpen door Antoine Caron (ca 1521 – 1599), die haar hofschilder zou worden. Dit is een serie van 8 grote werken, waarin de zg ‘magnificences’ worden verbeeld, picnics, balletten, muziekopvoeringen, een fantasiezeeslag en walvisjacht.
3. Vrouwen worden kunstenaar. Kunstopleidingen in Frankrijk, Duitsland, Amerika en Nederland in de late 19de en vroege 20ste eeuw | Door Michiel Kersten
In loop van de tweede helft van de 19de eeuw besluit een toenemend aantal vrouwen kunstenaar te worden. Als vrouw rond 1900 kiezen voor het kunstenaarschap betekent onherroepelijk een keuze voor een hobbelige weg vol hindernissen. Een van de grootste belemmeringen voor een vrouw om kunstenaar te worden was dat in landen als Frankrijk en Duitsland, in tegenstelling tot Nederland, Rusland en Amerika, de officiële academies, zoals de École des Beaux-Arts niet toegankelijk waren voor vrouwen. Vrouwen waren veelal aangewezen op privélessen van kunstenaars en particuliere kunstscholen. De bekendste daarvan waren in Parijs de Académie Julian en de Académie Colarossi, terwijl de Damenakademie in München vele honderden leerlingen trok.
Hoewel in de Verenigde staten het kunstonderwijs, zoals aan de vermaarde Pennsylvania Academy of Fine Arts al vanaf 1844 opgesteld was voor vrouwen, was onderwijs voor de dames beperkter dan dat van de mannen, zeker waar het de tekenlessen naar naakt betrof. Ook in Nederland werd op de academies lange tijd geen les in naakt aangeboden. Het idee was dat vrouwen van nature minder geneigd waren verhalende voorstellingen te schilderen en zich liever concentreerden op het stilleven of het portret.
In deze bijeenkomst vergelijken wij het kunstonderwijs voor vrouwen in Frankrijk, Duitsland, Amerika en Nederland. Verder kijken wij naar de stereotiepe vooroordelen en maatschappelijke conventies eind 19de eeuw het besluit om kunstenaar te worden voor een vrouw ingrijpend én ingewikkeld was. Je moest stevig in je schoenen staan wilde je kunstenaar worden.
4. Worstelen met het verleden, reflecteren op het heden – kunstenaars van kleur | Door Maya Mutlu
Deze rebelse en eigenzinnige kunstenaars hebben allen de kracht gehad te blijven staan en te werken ondanks ontkenning van hun scheppingskracht. Ze zijn iconen geworden.
Dekolonisatie is een terugkerend motief in de werken van Kara Walker en Lubaina Himid. Walker onderzoekt de thematiek van ras, gender, seksualiteit, geweld en identiteit. Ze heeft de meeste bekendheid gekregen met haar tableaux van zwarte uitgeknipte papieren silhouetten. Lubaina Himid, een centrale figuur binnen de British Black Arts Movement in de jaren ’80 bespreekt in haar werk vergeten geschiedenissen, feminisme, kolonialisme en institutionele onzichtbaarheid.
Augusta Savage, verbonden aan de Harlem Renaissance streed voor de rechten van Afro-Amerikanen in de kunstwereld. In 1923 werd ze afgewezen vanwege haar huidskleur, later ontving ze diverse prijzen. Patricia Kaersenhout en Raquel van Haver reflecteren op een geheel eigen wijze op de dekolonisatie in Nederland. De titel van deze lezing is ontleend aan een kunstwerk van Kaersenhout, dat reflecteert op The Dinner Party van Judy Chicago.
Shirin Neshat vertrok op 17-jarige leeftijd uit haar geboorteland Iran naar New York om een kunstopleiding te volgen. Tijdens haar verblijf in de VS brak in Iran de revolutie uit. Ze keerde na 16 jaar terug. De hernieuwde kennismaking met haar geboorteland maakte diepe indruk op haar, dat is duidelijk terug te zien in haar werk. Ze richt zich op het onderzoeken van haar relatie tot haar land en de Islam. Maar besteedt vooral veel aan de positie van de vrouw en de vrouw-man verhouding. Ze combineert tekst en beeld om zo stereotypen over de islamitische vrouwen te doorbreken.
Disclaimer
Deelnemers aan enig evenement of activiteit van de VO-ING vrijwaren de VO-ING en haar organisatoren voor schadeaanspraken direct of indirect voortvloeiende uit hun deelname aan een VO-ING activiteit. De VO-ING aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor schade en/of letsel. De deelnemers aan de activiteit(en) doen zulks geheel voor eigen rekening en risico.
U kunt tot de sluitingsdatum voor inschrijven kosteloos annuleren. Na die datum zijn er kosten door de vereniging gemaakt en is kosteloos annuleren niet meer mogelijk.